Zoeken in deze blog

zondag 15 maart 2015

“Jan Breydel” (1910 – 1931)


In 1910 werd te Brussel een wereldtentoonstelling ingericht. In het vooruitzicht van de toeloop van Engelse bezoekers en met het oog op het verhogen van de reeds zeer goede faam van de lijn Oostende Dover besliste de Belgische regering nog twee bijkomende schepen te bestellen bij de Cockerill scheepswerven te Hoboken. Deze boten kregen – voor het eerst in de geschiedenis – namen van Vlaamse helden uit ons roemrijk verleden : . Jan Breydel en Pieter de Coninck'.
De “Jan Breydel” was een stalen turbineschip met een bruto tonnenmaat van 1767ton en een snelheid van 24.8 knopen. Het schip had tien afgesloten compartimenten, een lengte van 110m 11 en een breedte van 12m75. De diepgang bedroeg 2m90.
Ze was gebouwd in 1909, had haar stapelloop in januari 1910. De eerste proefvaart gebeurde op de Clyde op dinsdag 12 april 1910. Op zondag 23 april 1910 kwam de “Jan Breydel” voor de eerste keer en onder grote belangstelling, de haven van Oostende binnengevaren. Onder leiding van Commandant Vande Kerckhove begon zij haar dienst op de lijn Oostende- Dover vanaf 1 mei 1910.
De “Jan Breydel” was speciaal uitgerust om achteruit te varen. Het vaartuig maakte de overtocht in maar liefst 2 u 5 min. De salons waren prachtig even versierd als de vroegere raderboten, doch wat meer gemoderniseerd. Het had een capaciteit van 1100 passagiers.
Op 1 augustus 1914 kreeg de ”Jan Breydel” bevel, om, samen met haar zusterschip “Pieter de Coninck” naar Antwerpen af te varen en te helpen met de evacuatie van heel wat vluchtelingen.
Op 28 augustus 1914 bracht de “Jan Breydel” Koningin Elisabeth en haar kinderen naar Engeland. Het schip bleef in Dover tot wanneer Koningin Elisabeth op 7 september 1914 terugkeerde naar Antwerpen. Enkele dagen voor de val van Antwerpen speelde de “Jan Breydel” een belangrijke rol in de transporten van de diplomaten, ambtenaren en vluchtelingen vanuit Antwerpen.
Vanaf april 1915 ,werd de ”Jan Breydel” als hospitaal- en troepentransportschip ingezet en opereerde vanuit Calais. Ze trad in dienst van de Britse Admiraliteit op 21 september 1915 en deed tot 31 december 798 reizen en vervoerde 118.633 gewonden en 16.841 soldaten.
Tijdens de oorlogsjaren kon men de “Jan Breydel“ van ver onderscheiden van de andere schepen door zijn, gelijk schuins breed lopende camouflagestrepen. Eveneens als alle opgevorderde vracht-, passagiers- en voormalige overzetboten van de lijn Oostende-Dover, hadden ze lichte kanons op hun voor- en achterschip.
In augustus 1919 werd ze door de Admiraliteit aan het Bestuur van het Zeewezen teruggegeven en trad opnieuw in dienst op de lijn.
Op 1 januari 1931 werd de “Jan Breydel” buiten dienst gesteld en verkocht aan een Levantijnse rederij voor de haven van Tunis. Ze werd herdoopt tot “Tourist”., maar in plaats van dienst te doen op de Noordafrikaanse kust bleef het schip twee jaar doelloos liggen in de haven van Antwerpen. Uiteindelijk belandde het op 26 november op een Gentse aftakelingswerf.
(tekst oostendsenostalgie.be)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten