Vanaf
1834 verbleef de Koninklijke familie jaarlijks in Oostende, toen nog in
het (Oud) Koninklijk Paleis in de Langestraat, waar nu de heemkring De
Plate gevestigd is. Klik hier om de foto, in een nieuw venster, op
ware grootte te zien In dit jaar werden echter ook de eerste ontwerpen
gemaakt voor een nieuw Koninklijk paleis op de dijk. Leopold II stond
erop om vanuit zijn nieuwe paleis zicht
te hebben op het Kursaal. Er werd dan ook beslist om zijn Koninklijke
residentie op te richten op de vroegere grens tussen Mariakerke en
Oostende, ondanks het feit dat zijn vader, Leopold I, al aan een
koninklijk paleis was begonnen binnen de stadsgrenzen. Door de
ontmanteling van Oostende als vesting en het oprichten van de dijken
bleek een plek op de Zeedijk ideaal voor het nieuwe Koninklijke project.
Het reeds half voltooide paleis van Leopold I werd dan ook afgebroken
en de bouwwerken werden hervat op een verhoogd platform op de dijk.
Op het domein op de grens tussen Oostende en Mariakerke had Leopold I
al twee houten duinpaviljoenen. Leopold II liet deze kleine chalets
afbreken en vervangen door een grote geprefabriceerde houten
constructie, naar analogie met een chalet dat hij op de
Wereldtentoonstelling van 1873 in Wenen gezien had. Het ontwerp van deze
residentie was van architect W. J. Green, werkzaam in Westminster.
Klik hier om de foto, in een nieuw venster, op ware grootte te zien
De volledige houten constructie werd eerst in Engeland gefabriceerd en
gemonteerd. Daarna werden de onderdelen per schip rechtstreeks naar
Oostende vervoerd en hier door dezelfde vaklui op een stenen fundering
opgetrokken. Dit monumentale chalet, dat hoofdzakelijk uit hout
bestond, had twee verdiepingen en omvatte onder andere drie ingangen,
grote keukens, een groot salon met wintertuin, een monumentale trapzaal,
de privé-vertrekken van de vorst, een biljartzaal, een achthoekige
toren en een hele reeks dienstvertrekken. In 1876 wordt een gelijkaardig
paviljoen voor koningin Maria-Hendrika toegevoegd, maar nu in baksteen.
Beide paviljoenen worden met elkaar verbonden door een 46m lange glazen
gaanderij. Klik hier om de foto, in een nieuw venster, op ware
grootte te zien Vanaf 1889 begon Leopold II steeds meer grond rond zijn
chalets op te kopen als privé-terrein en tuin (om te verhinderen dat
een brouwer de toestemming zou krijgen om op 120m afstand van zijn
chalets een brouwerij te bouwen). Vanaf 1900 werd door Henri Maquet een
eerste Koninklijke galerij voorzien, de latere Venetiaanse Gaanderij,
die de residentie verbond met de Parijsstraat. In 1906 werd
tenslotte de Koninklijke Gaanderij gebouwd, een beglaasde wandelgalerij
(366m) langsheen de nieuwe zeedijk tussen de Koninklijke chalet en de
toegang tot de Wellingtonrenbaan. Het plan van Leopold II om op
deze plaats een nieuw monumentaal Koninklijk Paleis uit steen te bouwen
werd uiteindelijk nooit verwezenlijkt. Als aanvulling op het
Koninklijk Chalet in Mariakerke had Leopold II ook een soort dagverblijf
in Raversijde, te midden van het nog ongerepte duinlandschap. De Franse
tuinarchitect E. Lainé legde er een plantentuin aan en liet een klein
houten chalet in Noorse stijl bouwen. Later kwamen hierbij nog eens twee
vijvers en een grote parterre. In 1903 bouwde de Noorse architect Ivar
A. Knudsen, dezelfde architect van de Koninklijke Stallingen, er nog een
chalet in Noorse stijl voor het tuinpersoneel en een tuinhuisje. Bronnen: Piet LOMBAERDE. Leopold II. Koning - Bouwheer. Gent, Snoeck-Decaju & Zoon, 1995 Afbeeldingen: FT/C5069, PK/B1694, PK/B2255, PK/B2105 |
Prachtige reportage Glenn
BeantwoordenVerwijderen