1941. "Onze" maalboten veranderd in oorlogsschepen.
De Prince Leopold:
Op 16 mei 1940 in de vooravond verliet de ”Prince Leopold”, samen met
de “Princesse Josephine Charlotte” en de “Prince Philippe” de haven van
Oostende. Aan boord waren heel wat Belgische vluchtelingen. Aanvankelijk
hadden de maalboten als bestemming de Franse havensteden Dieppe en Le
Havre, maar omwille van het groot mijngevaar en de aanvallen van Duitse
vliegtuigen werden de boten afgeleid naar de Engelse havenstad
Folkestone en daarna naar Southampton, waar zij op 18 mei 1940
aanmeerde. Aanvankelijk was het de bedoeling de boot om te bouwen tot
een hospitaalschip, maar de Britse Admiraliteit kwam op haar beslissing
terug.
Van 23 mei 1940 tot en met 28 september 1940 werd ze ter
beschikking gesteld van het “Ministry of War Transport” (het Britse
Ministerie van Oorlogsvervoer – M.O.W.T.). Zij nam deel aan de
ontruiming van de Engelse troepen uit Bretagne en Normandië . Van 18
juni 1940 tot 22 september 1940 vaarde de “Prince Leopold” met een
Belgische bemanning, maar wel voor rekening van het M.O.W.T.
Op
23 september 1940 werd ze opgevorderd door de Royal Navy (volgens een
andere bron gebeurde dat pas op 28 september 1940) .In januari 1941 werd
de boot naar Devonport overgebracht, alwaar ze zij vanaf 6 maart 1941
omgebouwd tot een landingsboot ( “Infantry Assault Ship”). Zij werd
vooorzien van 8 landingsboten. Op 6 mei 1941 werd de boot herdoopt tot
“HMS Prince Leopold” – LSI(S)-4251.
In de nacht van 27 op 28
september 1941 bracht zij Engelse Commando’s van het N° 1 Commando naar
de stranden van Ponte de Saire (bij St Vaast – Caen) met de bedoeling
enkele Duitse soldaten krijgsgevangen te nemen. De Commando’s konden wel
enkele Duitsers doden, maar konden geen krijgsgevangenen meebrengen.
In de nacht van 22 op 23 november 1941 bracht zij 90 commando’s van het
No 9 Commando naar de Butte de Houlgate met al doel de batterij van
Tournebride te vernietigen. Codenaam voor deze operatie was “Operation
Sunstar”. De commando’s slaagden niet in hun opzet, maar bekwamen toch
zeer belangrijke informatie
In 1941 (van 26 tot 28 december) werd zij ingezet op de landing bij Vaagso (Noorwegen).
Op 18 en 19 augustus 1942 was zij betrokken bij de raid op Dieppe
(code-naam “Operation Jubilee”). Het werd een bloedige en mislukte
aanval waarbij meer dan 3000 geallieerde slachtoffers vielen.
Op 8
juli 1943 nam zij deel aan de landing op Sicilië (codenaam “Operation
Husky” & “Dime Landing”). Zij vervoerde het 4th Ranger battallon) en
diende daarna als troepentransportschip tussen Algiers en Malta en
Sicilië.
Op 9 september 1943 zette de “HMS Prince Leopold”
Amerikaanse Rangers op het strand van Amalfi, in de baai van Salerno
(Italië). Eind 1943 vaarde zij af uit Gibraltar met bestemming Falmouth.
Op 6 juni 1944 nam de “HMS Prince Leopold” deel aan de landing op Normandië – Omaha Beach, met o.a. de 5th Ranger Battallon.
De “HMS Prince Leopold” werd op 29 juli 1944, nabij het eiland Wight,
getorpedeerd op door de Duitse onderzeeboot U-621 (onder de leiding van
Oberleutnant zur See Hermann Stückmann). Er vielen 17 doden en 13
gewonden (volgens ww2 People’s War, een site van de BBC), volgens een
andere bron waren er 54 doden.
Princesse Marie José
Op 17
mei 1940 vertrok de “Princesse Marie José” uit Oostende met aan boord
vluchtelingen voor Folkestone en vandaar naar Southampton.
Onmiddellijk na haar aankomst in Groot Brittanie werd de “Princesse
Marie-Jose” belast met reizigersvervoer voor rekening van het Ministerie
van Oorlogsvervoer (Ministry of War Transport)
Op 17 september
1940 werd zij afgestaan aan de Admiraliteit (Royal Navy) die haar tot
opleidingsschip voor anti-duikbootdienst (Asdic Training Ship) deed
ombouwen. Haar naam was ondertussen veranderd in “Southern Isles” Deze
naam behield zij tot 3 maart 1941 Zij werd bewapend en kreeg op 3 maart
1941 de naam “HMS Nemesis“.
In 1943 belandde zij als stationnair
in de marinebasis in ijsland. Voor de derde maal werd zij aldaar op 6
oktober 1942 herdoopt tot “HMS Baldur“.
Na het stopzetten van de
vijandelijkheden in juni 1945 ,keerde het inmiddels op 4 juni 1945
herdoopte “HMS Nemenis” naar Engeland terug. Deze naam behield zij tot
12 juli 1945. Op last van het Ministerie van Oorlogsvervoer werd het te
Antwerpen omgebouwd voor burgerlijk vervoer.
Stippen wij nog aan
dat achteraf de “Princesse Marie José” gebruikt werd als opleidingsbasis
door onze Zeemacht te Oostende. In 1947 werd zij, gelet op de ouderdom
en de slechte toestand waarin zij zich bevond verkocht om gesloopt te
worden bij Van Heyghem Frères.
Prince Charles.
Op 17 mei
1940 bracht de “Prince Charles” Belgische vluchtelingen naar de haven
vanFolkestone en vaarde dan door naar Southampton, waar het op 18 mei
aanmeerde
Van 30 mei 1940 tot 21 september 1940 vaarde het, met
een Belgische bemanning, voor rekening van het Britse Ministerie voor
Oorlogsvervoer (Ministry of War Transport – M.O.W.T.) Eerst werd ze
ingezet voor de aanvoer van Britse troepen naar Cherbourg, maar vanaf 11
juni 1940 werd ze ingezet voor de evacuatie van het 2e Brits Expeditie
Korps
Op 22 september 1940 werd het schip overgedragen aan de
Royal Navy . In december 1940 werd de “Prince Charles”, samen met de
“Prince Leopold” afgeleverd aan de scheepswerf van Silley Cox te
Falmouth voor de ombouw tot eeen “Infantry Landing Ship” (L.S.I.) en
werd het op 6 maart 1941 herdoopt tot “HMS Prince Charles”- pennant no
4120.
Op 18 en 19 augustus nam het deel aan de aanval op het
Franse stadje Dieppe (Operation Jubilee). Deze operatie was een
volledige mislukking en meer dan drieduizend Canadezen en heel wat
bemanningsleden van de landingsboten lieten er het leven.
In mei
en juni 1943 vaarde de de “HMS Prince Charles”, samen met andere boten
richting Noord Afrika (via Gibraltar) om deel te nemen aan de voorziene
invasie van Italië. Zij nam op 10 juli 1943 deel aan de operatie Husky
(landing op Sicilië) en op 9 september 1943 bracht zij Amerikaanse
Rangers aan wal op het strand van Amalfi tijdens de operatie Avalanche.
Tot eind september werd zij ingezet voor het transport van troepen in
het Middellandse zeegebied en in oktober 1943 keerde zij terug naar de
haven van Falmouth . (Gr. Br)
Op 6 juni 1944 nam zij deel aan de landing in Normandië. Zij bracht Amerikaanse troepen (o.a. de US Rangers) naar Omaha
In augustus 1944 werd de “HMS Prince Charles”, in de omgevoing van de
Normandische kust, getroffen door een torpedo. Het werd drijvend
overgebracht naar de haven van Penarth voor herstel van de schade en de
transformatie tot een gewone troepentransportschip.
Op 21
december 1944 werd de “HMS Prince Charles” opnieuw overgedragen aan de
M.O.W.T. (Ministry of War Transport) en vaarde het onder de Britse
handelsvlag (Red Ensign)
Op 15 juni 1946 werd het schip
teruggegeven aan de Belgische Staat en na de nieuwe omvorming tot het
gewone paketboot op de scheepswerven van Cockerill te Hoboken,. Onder de
vroegere naam “Prince Charles” werd het vanaf 11 november 1946 opnieuw
in dienst gezet van de lijn Oostende-Dover.
(oostendenostalgie)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten