Het nieuwe Pomair Ostend startte ook met het verkrijgen van
landingsrechten in de Verenigde Staten en na maandelange
onderhandelingen verkreeg Pomair van de Civil Aeronautics Board de
landingsrechten voor het vliegen vanuit Europa naar 55 Amerikaanse
steden. De vloot werd hierbij uitgebreid met een DC-8-33 afkomstig van
Pan American welke door de Boreas Corp. werd aangekocht en in Miami
voorzien werd van de nieuwe Pomair Ostend kleuren en op 7 mei 1971 op
Oostende werd afgeleverd als de OO-TCP (Transport Charles Pommé). Op 31
mei 1971 werd deze jet voor het eerste ingezet op charters vanaf
Oostende naar Parijs-Le Bourget al snel gevolgd met vluchten naar
Ascension, Bangkok, Kuala Lumpour, Mauritius, Niagara Falls, Paramaribo,
Singapore, Toronto.
In 1971 werden ook 2 extra DC6 toestellen gehuurd om enkele cargo vluchten uit te voeren.
Vanaf de zomer van 1973 vloog Pomair enkel nog met jets. De core
business van Pomair was het verichten van wereldwijde chartervluchten
vanaf Oostende en Zaventem.
Met de DC-8 vloot werden ook het aantal
vluchten op de Verenigde Staten sterk uitgebreid. Naast Brussel werd er
veel gevlogen vanaf Frankfurt waarbij in opdracht van de Amerikaanse
luchtmacht families van de Duitsland gelegerde soldaten gedurende de
vakantie werden overgevlogen. Ook de vluchten naar het
Middellandsezeegebied bleven intact waarbij oa. voor touroperator Jetair
werd gevlogen vanaf Oostende en Brussel. In 1973 vervoerden de vier
Pomair toestellen 128.154 passagiers, gespreid over 460 vluchten. |
Ik heb een origineel metalen model van een pomair straalvliegtuig. Ik denk dat het ouder is dan 50 jaar . Is dit iets waard denkt iemand.
BeantwoordenVerwijderenInteresse in het model
VerwijderenDeze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderen