Door
het groot sukses van de verbinding Oostende-Dover besloot de Belgische
regering in 1913 de bestelling van twee kleinere schepen te plaatsen bij
de Scheepswerven van John Cockerill te Hoboken. Deze schepen zouden
ingezet worden voor de “Winterdienst” van de lijn. De “Stad Antwerpen” had een totale lengte van 95m40 en een breedte van 11m74.
Ze had een vermogen van 13.000 PK en haalde een snelheid van 23.62
knopen. Het kon 900 passagiers opnemen. Door de lage achterbouw konden
de nieuwe boten evenwel niet achteruit varen. Op de “Stad
Antwerpen” werden ook diverse experimenten uitgevoerd om de zogenaamde
anti-slingertanks die aangebracht waren in het ruim te verplaatsen naar
het bovenste gedeelte. Maar hierdoor kwam de stabiliteit van het
vaartuig in het gedrang. Ook werd het zend- en ontvangstation aan boord
gemoderniseerd en vervangen door continu luisterende apparaten. Op 6 juli 1913 maakte de “Stad Antwerpen” haar eerste proefreis van Antwerpen naar Plymouth.
Op 11 augustus 1913 werd de “Stad Antwerpen” dan ingeschakeld in de
regelmatige dienst tussen Oostende en Dover. De “stad Antwerpen”
vertrok om 11 uur nar Dover onder de leiding van Commandant Coucke.
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog bracht het schip dan
vluchtelingen naar Engeland. Op 22 augustus 1914 vertrok de “Stad
Antwerpen” naar Duinkerke en Caen met aan boord een tweehondtal zieke
Belgische militairen uit de hospitalen van Brugge en Oostende. Enkele
dagen voor de val van Antwerpen verzorgde zij, samen met andere schepen
van de lijn Oostende-Dover, de evacuatie van Antwerpen. Aanvankelijk
bleef zij in de havens van Le Havre en Duinkerke Daarna werd
zij ten dienste gesteld van de Britse Admiraliteit in Southampton. De
“Stad Antwerpen” kreeg de naam van” RMS Stad Antwerpen” en werd zij
overschilderd met de gekende zwart-grijs-wit en blauwe camouflagebanden.
Tussen 26 september 1915 tot 31 december 1918 noteerde men 431 reizen
waarbij 124.578 gewonden en 41.926 soldaten werden vervoerd. Op
18 januari 1919 werd de “Stad Antwerpen” teruggegeven aan de Belgische
Staat. Na kleine herstellingswerken kon zij op 25 januari 1919 terug in
dienst worden genomen. Op 17 oktober 1934 werd de “Stad Antwerpen” per opbod openbaar verkocht en in 1935 werd zij dan uiteindelijk gesloopt. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten