De Maalboot-passagiersboot “Prinses Astrid” werd in 1929-1930
gebouwd op de scheepswerf van J. Cockerill te Hoboken. De stapelloop was
op 20 juli 1929 en de eerste reis Oostende-Dover verliep op 24 april
1930.
De “Prinses Astrid” had een lengte van 109m60 en een
breedte van 14m48. Het vaarde met een snelheid van 23.5 knopen en kon
1400 passagiers vervoeren.
Op 18 mei 1940 verliet het de haven van Oostende met vluchtelingen aan boord en had als bestemming Southampton.
Vanaf 23 mei 1940 vaarde de “Prinses Astrid” voor rekening van het
Britse Ministerie voor Oorlogsvervoer (Ministry of War Transport) en
werd zij in geschakeld voor de evacuatie van de 1556 Engelse soldaten
uit Frankrijk (12 tot 15 juni 1940 – Operation Aerial). Tussen 20 en 22
juni 1940 werd ze ingezet bij de evacuatie van de Kanaaleilanden Jersey
en Guerney.
Tot 27 september 1940 vaarde de Prinses Astrid met
een Oostendse bemanning, tot zij op 28 september 1940 overgedragen werd
aan de Royal Navy.
In januari 1941 werd de “Prinses Astrid”
overgebracht naar de Naval Dockyard te Devonport alwaar het werd
omgebouwd tot Landing Ship Infantry (LSI – landingsschip voor de
infanterie) en op 26 mei 1941 werd het omgedoopt tot ”HMS Prinses
Astrid” LSI(S) – 4226.
In juni 1941 vaart ze af naar Inveraray om
daar deel uit te maken van de vloot die stand-by moest staan voor de
landing in de Azoren (“operation TRUSTER”). Als voorbereiding tot deze
taak werd ze in augustus naar Scapa op oefening gestuurd. Elektrische
problemen waren er de oorzaak van dat de ‘operation Truster’ voor haar
werd afgelast.
Op 20 september 1941 komt ze aan te Inveraray om
nu dienst te doen als ‘accomodation ship’ voor ‘Combined Operations
Training Classes’. Na een aanvaring op 16 mei 1942 met een landingsschip
voor tanks werd de “HMS Prinses Astrid” hersteld met als bedoeling om
nu deel te nemen aan ‘Operation RUTTER’, beter bekend als ‘the raid on
Dieppe’. Deze raid, gepland voor juli ’42, werd door weersomstandigheden
afgelast.
Op 7 juli 1942, om 06.15 uur, werd ze in de Solent
door een bom getroffen. De bom viel op dek C, maar ketste af op de
bovenstructuur van een ‘landingscraft’ en ontplofte in het water. Na
herstellingswerken was het schip klaar voor ‘Operation JUBILEE’. Voor
deze opdracht verliet ze Porthsmouth op 18 augustus 1942 om 20.24 uur
als deel van groep 3 voor Blue Beach te Dieppe. Ze loste haar
landingsboten met Canadese troepen om 02.58 uur op 19 augustus en keerde
naar de Solent terug.
In februari 1943 liep “HMS Prinses Astrid”
Darmouth binnen om nieuwe landingsboten in te schepen maar had er een
ongeluk met een kraanarm. Alle stuurboordschroefbladen waren gebogen en
een kabel was in haar bakboordschroef terecht gekomen.
Op 10 juni
1943 verliet ze Falmouth met als bestemming Gibraltar en de Noord
Afrikaanse havens Oran, Algiers, Bizerta en Philippeville waar ze op 7
juli aanmeerde.
Voor ‘Operation HUSKY’ ontscheepte ze op 10 juli
1943 U.S. Rangers in het ‘Jos Attack-gebied’ bij Licata. Deel uitmakend
van ‘The Northern Attack Force S’ verliet ze op 6 september Tripoli voor
‘Operation AVELANCHE’ voor de landing bij Salerno op 9 september.
Op 27 oktober 1943 verliet ze Algiers met als bestemming U.K. en werd
nu een ‘Submarine Target Ship’, maar in januari 1944 werd haar
stuurboordturbine gesaboteerd en ze was ze voor 4 weken buiten dienst.
De “HMS Prinses Astrid” verlaat op 5 juni 1944 de Solent als deel van
het ‘Assault Convoy S7′. Op 6 juni, om 05.42 uur, ligt ze voor ’Sword
Beach Head’ om haar troepen te ontschepen. Nadien doet ze meermaals de
overtocht met troepenversterking voor de Eastern en Western Task Force
met Newhaven en Southampton als aanleghavens.
Op 18 oktober 1944
komt ze met een baggerboot en een barge in aanvaring en worden er davits
en een whaler (kanon) beschadigd. Te Avonmouth breekt op 28 november
1944 brand uit in haar keuken. Ze keert naar de Solent terug en doet een
Calais-Southampton overtocht op 26 december. Ze verhuist naar de
‘Tilbury-Ostend Force Duty’ en komt op 1 januari 1945 in aanvaring met
de Seapool voor Gravesend. Haar stuurboordzijde is beschadigd.
Van 17 januari 1945 tot 12 februari 1945 doet ze de overtocht
Harwich-Calais. Op 12 februari botst ze tegen het havenhoofd van Calais
en de schade kan tellen ! Er is een gat geslagen van 2,1 bij 1,2 meter
onder de waterlijn. Door het ongeval van 12 februari zijn er dringende
herstellingswerken nodig, daardoor kon “HMS Prinses Astrid” niet
deelnemen aan de geplande ‘Operatie NESTEGG’, de bevrijding van de
Channel Islands.
Op 10 april 1945, na een hele reeks incidenten
(aanvaringen, technische problemen,…) werd de “HMS Prinses Astrid” terug
afgestaan door de Britisch Navy en vaarde zij opnieuw met een Belgische
bepmanning. Van 12 juli 1946 tot 15 februari 1946 vaarde de “HMS
Prinses Astrid“,als troepentransportschip onder Belgische vlag, tussen
Dover en Oostende .
Op 16 februari 1946 werd het terug ter
beschikking gesteld van het Belgische zeewezen en na renovatiewerken
kwam het op 7 oktober 1946 terug in dienst van de lijn Oostende- Dover.
Op 21 juni 1949 voer de “Prinses Astrid” over een magnetische of
akoestische mijn die midscheeps ontplofte. De Commandant kon het schip
nog laten vastlopen op de Snowbank ter hoogte van Duinkerke. Alle 218
passagiers konden veilig het schip verlaten en werden door de “SS Cap
Hadid” overgebracht naar Duinkerke. Vijf leden van het machinepersoneel
waren op slag door en drie andere personeelsleden liepen zeer zware
verbandingen op. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten