Zoeken in deze blog

vrijdag 3 april 2015

1923. De Belgique.

Belgique 1865-1923
Tot 1862 bleef de verdeling van de poststukken uit Engeland onder verantwoordelijkheid van de Engelse admiraliteit. Om tot een optimalere werking te komen besliste de Belgische regering deze in eigen beheer te nemen. Het was de bedoeling om de overtochten, die ’s nachts doorgingen, uit te breiden .
In januari 1865, ter uitbreiding van de vloot, werd bij de firma John Cockerill te Hoboken de bestelling geplaatst van een nieuwe eenheid, de ”Belgique”. De kostprijs was vastgelegd op 615.000 Belgische franken. Het schip had een lengte van 55 m (volgens andere bronnen 48 m) en een breedte van 6.50 m. Het kon een snelheid ontwikkelen van 15 knopen.

Oorspronkelijk was de “Belgique” gebouwd voor toezicht op de Schelde, maar door het succes van de lijn Oostende- Dover werd het toch voor het kanaalverkeer ingezet.
Op 13 december 1865 bood de “Belgique”, onder leiding van Kapitein R.N. Hoed, hulp aan een Engelse kanaalboot, de “Samphire”, (eigendom van de London Chatham & Dover Railway Company) die bij het verlaten van de haven van Dover met een Amerikaanse driemaster, de “Fanny Buck” in aanvaring kwam. Enkele passagiers verdronken , maar de meesten werden gered en de zwaar beschadigde “Samphire” werd teruggesleept naar de haven van Dover.
Tijdens de eerste wereldoorlog deed de “Belgique” dienst als munitietransportschip tussen Southampton en Le Havre. Bij zijn terugkeer in 1919 werd het ter beschikking gesteld van het Zeewezen als hydrografisch schip met als standplaats Antwerpen.

In 1923 werd het buiten dienst gesteld en gesloopt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten